Hardlopen is een beweging die telkens op dezelfde wijze (cyclisch) talloze malen herhaald wordt. Bij een training over een afstand van 5 km zul je ongeveer 4000 looppassen maken. Dat betekent ook ongeveer 4000 landingen, waarbij je krachten van 2 tot 3 maal het lichaamsgewicht moet opvangen. Het is dus begrijpelijk dat (kleine) fouten in je looptechniek grote negatieve gevolgen kunnen hebben. Tegelijkertijd kunnen (kleine) verbeteringen ook grote positieve gevolgen hebben. De loopbeweging is te onderscheiden in de landing met steunfase, de afzet en zwaaifase.
Landing en steunfase
Het is van belang dat je de voet waarop je landt recht neerzet en onder je lichaam plaatst. Het onderbeen hangt dan recht naar beneden. De krachten tijdens de landing worden opgevangen in de banden en gewrichten van voeten en benen.
Afzet
Bij de afzet is het van belang je voet af te wikkelen over de grote teen. Het lichaamszwaartepunt komt bij de afzet voorbij het steunpunt. Je zwaait je andere been ontspannen naar voren, waarbij je de knie buigt. Veer bij de afzet niet teveel want dat kost veel (onnodige) energie, waardoor je eerder moe wordt. Daarnaast betekent dit een extra belasting voor de achillespezen, waardoor er een verhoogde kans op blessures ontstaat.
Zweeffase
Na de afzet zwaait je onderbeen ontspannen een weinig naar achteren en naar boven richting het zitvlak. Daarna zwaait het onderbeen weer naar voren als voorbereiding op de landing.
Goede looptechniek
Bij een goede looptechniek zijn de lengte en het ritme van de passen goed op elkaar afgestemd. Dit is afhankelijk van de snelheid waarmee gelopen wordt. De armen bewegen ter ondersteuning van de beenbeweging in de looprichting. De armen bewegen tegengesteld aan de benen. Dat wil zeggen dat als het linker been naar voren gezwaaid wordt, dat dan gelijktijdig de rechter arm eveneens naar voren zwaait. Door dit mechanisme wordt het draaien van de romp tijdens de loopbeweging tegengegaan. Het is zaak om de spieren van de schouders, armen en handen ontspannen te houden. De schouders hangen hierbij af, de ellebogen zijn licht gebogen en de handen zijn ontspannen tot een lichte vuist gemaakt. De romphouding is rechtop of licht voorover. Als de romp teveel naar achteren gehouden wordt, neemt de kans op rugklachten toe. Om een goede looptechniek te kunnen uitvoeren en ook lange tijd te kunnen volhouden, moet er aan diverse voorwaarden voldaan worden: Uithoudingsvermogen, rompstabiliteit, flexibiliteit, functionele kracht en coördinatie.
Doelgroep 18+
In eerste instantie is deze looptraining bestemd voor iedereen vanaf 18 jaar en ouder die makkelijker, lekkerder en daarmee sneller wil lopen. Met de aanwezigheid van zowel looptrainer als sportfysiotherapeut is deze training uitermate geschikt voor het verhelpen én structureel oplossen van blessures.
Inhoud
Iedere training bestaat uit een uitgebreide warming-up waarin altijd op een verrassende manier wordt opgewarmd om daarna met dynamische en/of statische rekoefeningen het lichaam leniger te maken. Met spieractivatie oefeningen werken we aan functionele kracht om vervolgens de verworven krachteigenschappen te gebruiken voor de loopscholingsoefeningen. De variatie tussen de trainingen middels verschillende oefenvormen en oefenmaterialen werkt motiverend en draagt bij aan een blijvende verbetering in de looptechniek.
Locatie
De trainingen worden gegeven op de atletiekbaan Nenijto aan de Bentincklaan 40 te Rotterdam. Hier beschikken we over een 400 meter rondbaan van tartan, maar voor de trainingen zullen we ook gebruik maken van de grasvelden, zandbakken, fitness-ruimtes en het nabij gelegen Vroesenpark.